“Ben je nog niet dood?” Dat waren de laatste woorden die Patrick K. (52) uit Kampen zijn zakenpartner Fatih Karanci (46) toevertrouwde. Enkele seconden eerder stak hij voor de vierde keer met een jachtmes in op het lichaam van zijn compagnon in het directiekantoor van Vloerloods aan de Gildestraat. Het was donderdag allemaal te horen in een zeven minuten lang geluidsfragment dat werd afgespeeld in de Zwolse rechtbank.
Karanci en K. zijn beiden voor de helft eigenaar van Vloerloods. Tenminste dat denkt K., in realiteit is de echtgenote van Karanci de andere aandeelhouder. “Ik wist dat niet,” vertelt K. tegen de rechters. Bij K. is er al langere tijd een vermoeden dat zijn zakenpartner grote sommen geld van het bedrijf achterover heeft gedrukt. Bewijs is door de politie nooit gevonden.
Echtgenote vertelt de naakte waarheid
Daarnaast liep er volgens K. bijna altijd een man van buitenlandse komaf in het kielzog van Karanci. Deze man, die hij verder niet kende en ook niet bij het vloerenbedrijf werkte, fungeerde als zijn bodyguard en zou vuurwapengevaarlijk zijn. “Hij was altijd bij Fatih,” verklaart K. “Ik voelde me een buitenstaander in eigen bedrijf.”
Op zaterdagavond 9 december stort de wereld van K. in als hij thuis onder de douche staat. De vrouw van K. komt binnen en zegt dat ze hem iets moet vertellen. “Ik had haar nog nooit zo gezien,” zegt K. “Ik heb de kraan dichtgedraaid en stond nog in mijn blootje.” Zijn echtgenote komt dan met de naakte waarheid. “Ik heb Fatih gepijpt op een feest in juni,” biecht ze op.
“Ik stond perplex en mijn wereld stortte in,” vertelt K. huilend aan de rechters. “Ik weet echt niet wat ik dacht en was in shock. Ik vertrouwde Fatih, het is mijn compagnon.” Later die avond ging het echtpaar op visite bij vrienden in Rotterdam. Op de zondag gaat het slechter met K. en op maandag wordt hij steeds labieler. Hij vertelt zijn boekhouder wat er gebeurd is en die adviseert hem om naar de huisarts te gaan.
Seksuele escapades bij Vloerloods
K. neemt het advies ter harte en zit maandag al bij de huisarts. Die geeft hem kalmerende pillen en verwijst hem door naar een psycholoog. Daar gaat hij dinsdag 12 december samen met zijn vrouw heen voor een eerste consult. De volgende dag haalt K. in alle vroegte een collega op en samen rijden ze naar een klus in Amsterdam. Die woensdagmiddag heeft hij contact met zijn vrouw. Ze vertelde hem dat het heftiger was dan hij tot dan dacht.
K. krijgt te horen dat de seksuele escapades tussen zijn echtgenote en Karanci zouden hebben plaatsgevonden na het feestje bij Vloerloods. Karanci zou haar hebben meegenomen naar het kantoor van K. Daar zou hij op de stoel achter het bureau van zijn compagnon zijn gaan zitten. “Het was opnieuw een klap voor mij en vernederend,” zegt K.
Niet veel later zegt K. tegen zijn collega dat hij even een klusje moet doen bij een hotel in de Amsterdamse binnenstad. Uit politieonderzoek werd duidelijk dat K. rond die tijd op Google zocht naar een messenwinkel. In het hartje van de nationale hoofdstad koopt K. een Buck 119 jachtmes. Het heeft een lemmet van 15 centimeter en een stootplaat die de hand beschermd tegen verwondingen. “Ik had het nodig omdat ik een paar dagen later naar Amerika zou gaan,” zegt K. “Het was om mij tijdens een hike te beschermen tegen wolven en beren.”
Voicerecorder bewust aangezet
De verkoper van de messenwinkel doet het mes in een leren foedraal. Daarna gaat het in een doosje en vervolgens in een zakje. De verkoper wikkelt het geheel stevig in plakband. “Allemaal verplicht,” ligt de officier van justitie toe. “Het is verboden om dergelijke messen gebruiksklaar bij je te hebben of te vervoeren.”
Iets na vieren die middag appt K. zijn vrouw: “Ik ga hem afmaken vandaag.” Zijn vrouw zegt hem niets te doen. Niet veel later krijgt K. opnieuw bericht van het thuisfront. “Ik was in een hele slechte staat en mijn vrouw had Fatih gewaarschuwd dat ik het wist en boos was.” Om 19.03 uur parkeert K. de bedrijfsbus bij Vloerloods en gaat naar binnen. “Ik heb de voicerecorder van mijn mobiele telefoon aangezet om bewijs te verzamelen,” zegt K. “Ik wilde dat hij alles ging vertellen wat er is gebeurd.”
De zeven minuten lange geluidsopname wordt ten gehore gebracht in de rechtbank. Te horen is dat K. via een metalen trap naar de eerste verdieping loopt. Hij gaat naar het kantoor van Karanci. “Niet doen!” wordt er geschreeuwd. “Ik maak je af!” roept K. “Je gaat naar Turkije in een doos.” Karanci reageert: “Is goed jongen.” K. blijft schreeuwen. “Je gaat eraan, vuile rat. Je gaat niet meer praten, je gaat met Allah praten!”
IJzingwekkende stilte en veel gehijg
Er klinkt wat gestommel en op de achtergrond lijkt een medewerker te bellen met de politie. “Ben je nog niet dood?” zegt Patrick K. Een ijzingwekkende stilte met veel gehijg volgt. Iets later zijn de voetstappen van K. te horen op de metalen trap. “Ha, heerlijk vuile rat, godverdomme!” roept K. luidkeels. “Beetje stoer lopen doen met zijn allen. Het is afgelopen!”
Buiten bij het bedrijf roept iemand iets onverstaanbaars naar K. “Hij heeft mijn vrouw geneukt!” roept K. terug. “Hij heeft verkracht godverdomme.” De Kampenaar is nog niet uitgeraasd voor hij in de auto stapt. “Ik heb hem doodgemaakt. Hij gaat alles aan Allah vertellen!” schreeuwt K. “Zo doe ik dat! Ja, bel ze maar!” De geluidsopname eindigt als K. al met zijn auto is weggereden vanaf de Gildestraat. Uit de boxen schalt ‘Eye of the tiger’, de soundtrack van de boksfilm Rocky III.
Bij de meldkamer van de politie komt om 19.10 uur die avond een onheilspellend telefoontje binnen. “Fatih is neergestoken en K. is er bij betrokken.” De hulpdiensten rukken groots uit en treffen de zwaargewonde Karanci aan in het kantoor. Met grote spoed wordt hij naar het Isala ziekenhuis in Zwolle gebracht. Karanci gaat direct naar de operatiekamer. Chirurgen hechten een steekwond in zijn hart. Het hart van de 46-jarige zakenman stopt een aantal keren. De artsen slagen er telkens in hem te reanimeren. Als het hart opnieuw tot stilstand komt, wordt besloten de behandeling te staken. Fatih Karanci overlijdt om 20.40 uur op de operatietafel.
Twee medewerkers grijpen tevergeefs in
In de rechtbank vertelt Patrick K. wat er zich op de fatale avond in het directiekantoor van Vloerloods afspeelde. “Ik wilde hem tot moes slaan en dat hij alles zou opbiechten,” vertelt K. “Hij deed denigrerend, vond ik en alles ging op zwart. Ik heb hem vier tot zes keer geslagen.” Twee medewerkers die hun bazen op de vuist zagen gaan grijpen in. Ze trekken K. van Fatih.
“Ik trok me los en Fatih stond op en rende weg,” zegt K. “Ik greep hem om zijn nek.” De twee medewerkers willen opnieuw Fatih helpen. “Ik pakte het mes en wilde die jongens van mij afhouden.” Karanci en K. belanden op de grond in een worsteling. K. steekt twee keer met het mes in op zijn compagnon. Beide wonden zijn niet fataal.
“Ik dacht helemaal niets meer. Ik was niet van plan om hem neer te steken,” zegt K. tegen de rechters. “Hij was zo dominant tegen mij en toen is het gebeurd.” K. steekt met het eerder die dag gekochte jachtmes in de zij van Karanci. Het mes dringt diep door in de lever. Daarna steekt hij nogmaals omlaag en het vlijmscherpe steekwapen doorklieft het hart van zijn compagnon. K. kan zich niet veel herinneren van wat hij heeft geroepen. Wel weet hij dat hij een collega heeft geappt dat hij er morgen niet meer is. Hij rijdt naar huis en neemt daar afscheid van zijn vrouw. Om 19.45 uur meldt hij zich met bebloede handen op het politiebureau in Kampen.
Onheelbare wond geslagen
“De man van mijn leven, vader van mijn zoon en dochter, de pilaar in mijn leven is zonder reden van mij weggerukt,” laat de weduwe van Karanci in een slachtofferverklaring weten. “Een wond waar mijn kinderen en ik nooit van kunnen helen. Mijn kinderen willen naar de hemel zodat ze Fatih weer kunnen zien.” De zus van Fatih voegt er in haar slachtofferverklaring aan toe: “Hij moet zich diep schamen voor deze daad. Hij weet dat hij Fatih onschuldig heeft omgebracht zodat hij de valse beschuldiging over hem de wereld in kan helpen.”
“Hoe moeilijk te bevatten ook, hij heeft dit met overtuiging en bij zijn volle verstand gedaan,” concludeert de officier van justitie. De appjes en de aanschaf van het jachtmes wijzen daar volgens het OM op. “Hij heeft ook nog het extra goed ingepakte mes helemaal uitgepakt voor hij bij Vloerloods naar binnen ging,” voegt de officier eraan toe. “Moord, dus geen doodslag.” Het OM eist een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 17 jaar.
Advocaat Mulderij bepleit doodslag. Volgens haar stak K. in een hevige emotionele gemoedstoestand in op zijn zakenpartner. Zij ziet geen opzet in de aanschaf van het mes. “Hij kocht dat mes voor zijn reis naar Amerika. De politie heeft de tickets voor die reis ook gevonden in zijn bus.” Het uitpakken van het zorgvuldig verpakte jachtmes is eveneens te verklaren volgens de raadsvrouw. “Hij zag de auto staan van de bodyguard van Fatih, waarvan hij wist dat hij vuurwapengevaarlijk is.” Het mes was volgens de advocaat bedoeld om zich eventueel te verdedigen als de bodyguard agressief zou worden.
Flinke spanningen tussen beide families
Het belangrijkste is volgens Mulderij wel dat Patrick K. de voicerecorder van zijn mobiele telefoon aanzette voor hij naar binnen ging bij Vloerloods. “Iemand die van plan is een moord te gaan plegen neemt het niet op,” zegt de advocaat. “Hij heeft na afloop het geluidsfragment ook niet gewist. Hij heeft zichzelf gemeld bij de politie, meegewerkt aan het onderzoek en ook vandaag in de rechtbank geeft hij openheid van zaken.” Mulderij vraagt de rechtbank om haar cliënt vrij te spreken van moord.
De advocaat doet verder uit de doeken dat er flinke spanningen zijn tussen beide families. “Na bedreigingen door de broer van Karanci hebben de vrouw en kinderen van mijn cliënt, ook op last van de politie, twee weken ergens anders moeten wonen.” De nabestaanden van Karanci beschuldigen de familie van K. van intimidatie en bedreigingen. Het laatste woord is aan Patrick K. “Ik schaam me voor mijn familie en het leed dat ik veroorzaakt heb,” zegt K. “Ik kan alleen maar sorry zeggen, het spijt me voor iedereen.”
De rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.