Op een bloedhete zomeravond zat de 58-jarige B. vorig jaar augustus op het balkon van zijn woning aan de rand van de Zwolse binnenstad. In zijn onderbroek en met een glas wijn in de hand zag hij drie jonge jongens door de straat lopen. Hij nodigde ze uit om iets te komen drinken.
Een feestje werd het niet, een van de jongens deed aangifte van aanranding en daardoor verloor B. zijn baan bij het Pieter Zandt College in Kampen. De Zwollenaar moest zich dinsdag verantwoorden in de Zwolse rechtbank.
Op de warme augustusavond zat B. in een hemd en onderbroek op zijn balkon wijntjes te drinken. Toen hij het drietal aansprak gingen ze op zijn uitnodiging in. De Zwollenaar zette muziek van Abba op om met de jongens een soort afterparty te houden. Bier had hij niet in huis en twee jongens vertrokken dan ook snel. Een 18-jarige jongen pakte wel een glas wijn aan en dronk deze leeg. Voor vertrek zette hij het lege glas in de keuken op het aanrecht.
Onprettig gevoel
De jongen beweert dat B. hem, toen hij wilde vertrekken, tegen de muur drukte. De Zwollenaar zou hem over zijn kleding heen hebben betast. Met zijn hand kneep B. de jonge jongen in de billen, zat aan zijn borst en wreef met zijn hand richting het kruis van de tiener. De voormalig docent is in de rechtszaal heel stellig dat het niet zo gegaan is. “Ik ontken dat, ik heb wel een van die jongens een afscheidsknuffel gegeven.”
Nadat het slachtoffer aangifte had gedaan deed de politie onderzoek. Van buren van de man hoorden ze dat hij vaker jonge jongens en meiden uitnodigde om iets bij hem te drinken. De politie sprak ook met de vriend van het slachtoffer die eerder vertrok. “Ik had een onprettig gevoel bij die man,” vertrouwde hij de politie toe. Hij zag ook dat B. die avond al zijn hand op het been van het latere slachtoffer had gelegd. Na de vermeende aanranding zou B. opnieuw een man hebben uitgenodigd om bij hem een drankje te komen te doen. Die man verklaarde bij de politie dat B. hem opeens vroeg of hij aan hem mocht zitten.
Negatieve publiciteit
Het beeld dat bij de politie ontstond was zo zorgelijk dat er besloten werd om de werkgever van de Zwollenaar te informeren. B. werkte op dat moment al 28 jaar bij het Pieter Zandt College, een reformatorische scholengemeenschap. De directie schorste B. onmiddellijk en nam in de herfstvakantie definitief afscheid van hem.
“Bij de directie heerst grote angst voor negatieve publiciteit,” zegt B. vandaag tegen de rechter. “De politie meende na het buurtonderzoek de school te moeten inlichten en daarom ben ik geschorst en is er gezocht naar een logisch moment om mij te laten vertrekken.”
“Het bezoek van de politie aan de school doet mij pijn,” zegt B. “Ik voel mij gestraft zonder dat er bewijs is.” De docent zegt dat hij zijn leerlingen altijd waarschuwde voor mensen die grenzen overschrijden. Ook noemt hij lust een zonde. Hij heeft zich wel gerealiseerd dat hij geen onbekenden meer in zijn woning moet uitnodigen. “Ik deed dat in de spontaniteit van het moment en besef nu hoe onverantwoordelijk dat van mij is.”
Diep verdrietig
De officier van justitie wijst hem erop dat hij bij de politie minder stellig was in zijn ontkenning. Daar zei hij dat hij zich het voorval niet meer kon herinneren. “Ik heb diepe spijt indien ik door drankgebruik grensoverschrijdend gedrag heb vertoond,” leest de officier voor uit het proces-verbaal. “Ik ben diep verdrietig en ga hulp vragen.” Ondanks dat het zijn eigen woorden zijn, blijft B. erbij dat hij honderd procent zeker weet dat hij de jongen niet heeft aangerand.
De jongste rechter vraagt hem waarom hij die avond alleen een hemd en onderbroek droeg. “Het was smoorheet en ik was in mijn eigen huis,” antwoordt B. “U nodigt jonge mensen uit en trekt dan geen broek aan?” is de vervolgvraag van de magistraat. “Het kan dat u denkt: ik ben er niet op gekleed om zo gasten te ontvangen?” Een uitleg komt er niet van de Zwollenaar. Ook de vraag of hij heeft nagedacht over het grote leeftijdsverschil tussen hem en de tieners blijft onbeantwoord.
Stellige ontkenning
Het slachtoffer heeft een schriftelijke verklaring ingediend bij de rechtbank. Hij vraagt zich af waarom de man kinderen aanraakt. “Het is niet alleen bij mij, het is ook bij anderen gebeurd. Sinds die avond ben ik bang in de stad en durf niet meer over straat. Ik kijk dan wel twintig keer om.”
Het OM is van mening dat er voldoende bewijs is door de aangifte van het slachtoffer en verklaringen van meerdere getuigen. De officier houdt de Zwollenaar aan de verklaring die hij bij de politie aflegde, ondanks de stellige ontkenning in de rechtszaal.
Lust bevredigen
Dat op dezelfde avond een andere man ongeveer hetzelfde overkwam in de woning van B. spreekt ook niet in zijn voordeel volgens het OM. “Om zijn eigen lust te bevredigen heeft hij ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer.”
De officier eist een taakstraf van 100 uur gecombineerd met een gevangenisstraf van 32 dagen, waarvan 28 dagen voorwaardelijk. Dit met een proeftijd van 3 jaar. De voormalig docent heeft het onvoorwaardelijke deel al uitgezeten in voorarrest.
Werk kwijt
Daarnaast wil het OM dat B. verplicht wordt om zich ambulant te laten behandelen voor zijn drankgebruik en gedrag. Ook zal er een meldplicht bij de reclassering moeten volgen, zodat die voortaan een oogje in het zeil kan houden.
Zijn advocaat vindt dat de getuigenverklaringen onvoldoende bewijs vormen. Volgens haar zijn ze op meerdere punten tegenstrijdig en zijn de getuigen niet onafhankelijk. “Meer bewijs is er niet en ik vraag dan ook om vrijspraak,” aldus de advocaat.
De Zwollenaar gebruikt zijn laatste woord vervolgens om nogmaals zijn onschuld te bepleiten. “Ik heb mij nog nooit schuldig gemaakt aan seksueel grensoverschrijdend gedrag en door toedoen van de politie ben ik mijn werk kwijt.”
De uitspraak volgt over twee weken, op 20 juni.